Kippen
Vanuit de Europese overheid zijn regels geformuleerd voor biologische productie. De Nederlandse overheid interpreteert deze voor de Nederlandse situatie. Skal Biocontrole is voor Nederland de onafhankelijke toezichthouder en controleert of bedrijven zich aan de regels houden. In de huidige Europese regelgeving voor biologische productie staat onder andere het volgende over begroeiing in de kippenuitloop:
De openluchtruimten voor pluimvee moeten voor het grootste deel begroeid zijn, schuilmogelijkheden bieden en de dieren gemakkelijk toegang geven tot voldoende drink- en voederbakken. (P.11)
Bovendien moeten de uitlopen telkens na het houden van een partij pluimvee vrij worden gehouden om de vegetatie te laten aangroeien. De lidstaten stellen vast hoe lang de uitlopen leeg moeten blijven. (P.13)
Per 1 januari 2021 treedt de nieuwe EU-regelgeving voor biologische productie in werking en vervalt de huidige EU-regelgeving. In die nieuwe Europese regelgeving staat (op blz 266-267) dezelfde tekst over begroeiing in een uitloop als in de huidige regelgeving.
In het ‘Informatieblad biologische veehouderij’ van Skal (januari 2018) staat het volgende over begroeiing van de uitloop (P. 18-19):
De uitlopen moeten onder andere voldoen aan de volgende eisen:
- De uitloop moet begroeid zijn en schuilmogelijkheden bieden, waardoor het pluimvee de hele uitloop gebruikt.
- U mag gebruik maken van wisseluitlopen. Dit betekent dat u:
- de uitloop per afdeling in gelijke delen in de lengte mag opsplitsen, zodat de begroeiing kan herstellen;
- het pluimvee tijdens de ronde elke wisseluitloop even lange perioden laat gebruiken.
In aanvulling op het bovenstaande geeft Skal aan dat:
- de uitloop een dubbeldoel mag hebben, maar in eerste instantie uitloop is;
- de uitloop in zijn geheel beschikbaar moet blijven voor pluimvee;
- kortstondig afzetten voor werkzaamheden alleen mag nadat Skal toestemming heeft gegeven;
- langdurig afzetten om het gewas te beschermen tegen kippenvraat, niet toegestaan is; en
- beplanting niet voldoet als deze zo dicht is dat de kippen er niet meer tussendoor kunnen lopen. Miscanthus is toegestaan, tarwe en maïs niet.
Beplanting
Ook voor de teelt van gewassen (de beplanting in de uitloop) geldt voor Skal dat biologisch uitgangsmateriaal gebruikt moet worden als dit beschikbaar is.
In de databank www.biodatabase.nl van NAKtuinbouw wordt de beschikbaarheid van biologisch materiaal, en daarmee de verplichting om biologisch uitgangsmateriaal te gebruiken voor veel soorten gewassen weergegeven aan de hand van 3 categorieën:
Categorie 1: biologisch uitgangsmateriaal is verplicht.
Categorie 2: biologisch uitgangsmateriaal verplicht indien het ras beschikbaar is. Indien het ras niet beschikbaar is, kan er via Skal een ontheffing worden aangevraagd voor gangbaar uitgangsmateriaal.
Categorie 3: biologisch uitgangsmateriaal is niet verplicht.
Voor categorie 3 gewassen geldt een algemene ontheffing van de verplichting om biologisch uitgangsmateriaal te gebruiken. Er behoeft geen ontheffing te worden aangevraagd voor de teelt van gangbaar uitgangsmateriaal.
Eind 2018 staat walnoot genoteerd als categorie 3 gewas. Hazelaar, populier, wilg, els, appel en peer staan genoteerd als categorie 2 gewas.