Notenbomen leveren gedurende hun omlooptijd naast beschutting ook een verkoopbaar product: noten. Daarnaast kan met gericht beheer ook waardevol hout worden geteeld, dat aan het eind van de omlooptijd als product verkocht kan worden.
In het project Agroforestry in kippenuitlopen is voor notenteelt voornamelijk ervaring opgedaan met walnoot en zwarte walnoot. Op deze pagina wordt ingegaan op het telen van walnoot, zwarte walnoot en hazelnoot. Er zijn ook nog teelten van tamme kastanje mogelijk maar daarvoor is in dit project nog te weinig informatie beschikbaar om er hier op in te gaan.
Teeltsysteem
Groeiplaats
Walnoot (en zwarte walnoot) groeit bij voorkeur op een rijke, goed doorluchte bodem van minimaal 60 cm (liever 150 cm) doorwortelbare zone, die voldoende vochtig maar niet stagnerend nat is. Meest optimaal zijn goed ontwaterde kleigronden, zavelgronden en rijke zandgronden met een pH hoger dan 5-6. Walnoot is matig bestand tegen wind en gevoelig voor vorst (voornamelijk voorjaarsvorst). Vooral jonge bomen met snelgroeiend hout zijn gevoelig voor voorjaarsvorst, wat voor beschadiging en afsterven van takken kan zorgen.
Hazelnoot stelt relatief hoge voedings- en vochtvoorzieningseisen en geeft de voorkeur aan diepe, vochthoudende gronden. Door gevoeligheid voor wortelverstikking door zuurstofgebrek, is hazelnoot niet goed bestand tegen te hoge of zeer wisselende grondwaterstanden en te dichte gronden (zeer zware klei). Hazelnoot groeit op zowel zure (pH5-6) als kalkrijke gronden, maar niet op zeer zure heide- of veengronden (pH <3,5). Alhoewel schaduwverdragend heeft hazelnoot veel licht nodig voor vruchtproductie. Verdraagt wind, maar heeft voorkeur voor beschutte groeiplaats.
Aanplant
Walnoten worden op 8 meter in de rij en 10 meter tussen de rij geplant. Het plantmateriaal bestaat doorgaans uit enkele jaren oude, veelal geënte bomen van 1,5-3 meter (ongeveer 80-120 bomen per ha).
Zwarte walnoot wordt voornamelijk geteeld voor het hout en isminder gericht op productie van noten, omdat de schil harder en dus lastiger te kraken is. Er kan geplant worden op een afstand van 4x4m (625 bomen per ha) tot (8x8m 160 bomen per ha). Voor kippenuitlopen is er nog niet veel ervaring welke plantafstanden het beste werken. Dit heeft te maken met wat goed werkt voor de kippen, de hoeveelheid onderhoud die er nodig is en welke kennis er bij de kippenhouder is over het onderhoud van de bomen.
Hazelnoten worden veelal geteeld in struikvorm, met plantafstanden van 4 tot 6 meter tussen de rijen en 2-4m in de rijen (400-1250 struiken per hectare).
Beheer en onderhoud
Voor een goede productie is voldoende bemesting belangrijk. In een uitloop zullen de kippen hier een groot deel van voor hun rekening nemen waardoor bijmesten minder snel nodig is. Eventueel kan mest van dichtbij de stal worden gebruikt om in de uiteinden van de uitloop bij te mesten. Voor alle soorten is het belangrijk om de eerste jaren na aanplant (bij droge perioden) water te geven, dit voorkomt uitval. Bij jonge bomen kan voorjaarsvorst voor schade zorgen omdat de boompjes relatief veel snelgroeiend (zacht) hout hebben. Dit kan voorkomen worden door het toepassen van onderkroon-beregening of het plaatsen van een windmachine. Deze maatregelen zijn alleen bij grotere schaal rendabel en zijn daarom ook niet opgenomen in de kosten en de baten.
Voor hazelnoot is het belangrijk dat de struiken elke 2 á 3 jaar rond eind februari/maart gesnoeid worden om voldoende licht in de kroon te behouden. De hazelaar kan goed tegen droogte maar geeft een hogere productie bij voldoende bewatering. Hazelaars die zijn geënt op stam en in rijen worden geteeld kunnen machinaal gesnoeid worden.
Ook de walnoot wordt gedurende de omlooptijd enkele keren gesnoeid. Er worden vooral de afgebroken en schurende takken en verticale rugtwijgen gesnoeid. Hierbij worden vooral de dunne twijgen gesnoeid. Er mag daarbij jaarlijks niet meer dan 20% van de takken gesnoeid worden. Met name voor walnoot geldt: kies van tevoren waar het zwaartepunt van de teelt komt te liggen; bij notenproductie of bij houtproductie. Dit is van belang voor de te maken beheerskeuzes. Voor notenproductie is namelijk een lage, brede kroon optimaal, maar als je gaat voor een goede houtkwaliteit is juist opsnoeien voor een groter deel takvrije stam wenselijk, wat betekent dat de notenproductie minder optimaal is.
Voor zwarte walnoot moeten de bomen tot een hoogte van 4-5m (6-8 jaar) regelmatig vrijgesteld worden van onkruiden. Snoeien van concurrerende uitlopers ten voordele van de topscheut kan het best in juni gebeuren. Snoei voor kwaliteitshout is bij bomen die dichter op elkaar staan minder nodig. Als kroonsluiting optreedt sterven zijtakken vanzelf af. Daarna dient wel gedund te worden, om overblijvende bomen meer de ruimte te geven. Bij een plantafstand van 4×4 meter moet er meerdere malen gedund worden zodat er uiteindelijk 80-120 bomen per hectare overblijven.
Bij een grotere plantafstand (8X8m) hoeft er minder vaak gedund te worden. Wel moet voor kwaliteitshout de stam actiever takvrij gehouden worden, omdat de bomen in wijder plantverband meer ruimte hebben om zijtakken te vormen.
Oogst
Omlooptijd van walnoot en zwarte walnoot: 50-100 (-200) jaar. Notenproductie bij de walnoot komt op gang bij een leeftijd van 10 jaar. Dus 4 jaar na aanplant (bij 6 jarig plantgoed) kunnen er walnoten geoogst gaan worden. Als je ervoor kiest om de boom op te snoeien ten behoeve van de houtkwaliteit zal het op gang komen van de notenproductie met enkele jaren worden vertraagd.
Hazelnoten worden geoogst door ze eerst in een lange baan bij elkaar te harken of blazen en daarna machinaal te rapen en te schonen, waarna de noten worden gedroogd.
Producten
Walnoot levert gedurende de omlooptijd walnoten en brengt, bij gericht beheer, aan het eind van de rotatie waardevol hout op. De walnoten kunnen worden gebruikt voor allerlei toepassingen. Voor directe consumptie kunnen de noten in de dop of als gekraakte noten worden verkocht. Het vruchtvlees kan ook worden vermalen tot meel. Het vruchtvlees bestaat voor ongeveer 50% uit olie, die kan door persen worden verkregen. De koek die als restproduct na het persen overblijft kan worden verwerkt in veevoer. De schaaldelen die na het kraken overblijven kunnen door verbranding voor energieopwekking worden toegepast. Verder kunnen de jonge groene bolsters worden ingemaakt en kan er likeur van worden gemaakt.
De eigenschappen van de walnoten, en daarmee de geschiktheid voor verschillende toepassingen, variëren per ras. Voor meer informatie over walnotenrassen, zie bijvoorbeeld Wertheim (1981) of Oosterbaan (2015) (links onderaan deze pagina)
Kosten en baten
Om een beeld te geven van de mogelijke kosten-baten hebben we een doorrekening gemaakt van een voorbeeld scenario met de volgende uitgangspunten:
- 1 hectare extensieve walnotengaard
- Alleen walnotenproductie, geen houtopbrengsten.
- 100 bomen per hectare
- In dit voorbeeld gaan we uit van 6-jarige bomen à €70.[1]
- Onderhoudskosten worden geschat op €50/ha/jaar voor bemesting en €200/ha in jaar 5 en jaar 20 snoei (2 maal gedurende de omlooptijd).
- De omlooptijd van de bomen wordt geschat op 50+ jaar.
- Er worden geen kosten voor certificering of eventuele keurmerken meegerekend.
- Er worden geen pacht- of grondprijzen meegerekend
- Uitgegaan wordt van een rente van 5%
- De noten worden (lucht-gedroogd) verkocht, er wordt geen olie van geperst.
- Oogstkosten worden geschat op €3/kg noten
- Gebruikte afzetprijs is €4 per kilo (lucht-gedroogde) noten
De aannames die we doen voor kosten en baten zijn gebaseerd op het rapport ‘Notenteelt in Nederland’ aangevuld met praktijkervaring van notenteler Roderik de Vries . In de kosten-baten-analyse wordt een beeld gegeven van de kosten voor aanleg en exploitatie van het teeltsysteem. Eventuele rooikosten bij beëindiging van de teelt zijn hier niet in meegenomen.
Kosten
Post | Kosten/ha | |
Investeringskosten | ||
Aanlegkosten. incl. plantmateriaal, arbeid en materiaalkosten (eenmalig) | € 7.000 | |
Onderhoudskosten | ||
Bemesten (jaarlijkse kosten) | € 50 | |
Snoeikosten (eenmalige kosten in jaar 5 en 20) | € 200 | |
Oogstkosten | ||
Oogst noten (prijs per kg luchtdroge noten) | € 3 |
Opbrengsten
Post | Opbrengsten/ha | |
Opbrengst noten per ha per jaar
(uitgaande van 6 jarig plantgoed[2] en €4 per kg |
jaar 0 t/m 10 | € 0 |
jaar 10 t/m 15 | € 2.000 | |
jaar 15 t/m 20 | € 4.000 | |
jaar 20 t/m 50 | € 8.000 |
Onderstaand figuur geeft een overzicht van de kosten (lichtgroen) en baten (groen) van 1 hectare extensieve walnotengaard. Het berekende resultaat van dit scenario is €7.728,-
Figuur 1. Geschatte kosten-baten van 1 ha extensieve walnotengaard over 50 jaar
Houtproductie
Houtproductie is in bovenstaande berekening nog niet meegenomen (hier is enkel uitgegaan van de baten van de noten in de notengaard). Wanneer walnotenbomen voor houtproductiedoeleinden zijn geplant, wordt verwacht dat na 50 jaar per boom tot 1 m3 hout (inclusief wortelhout) kan worden geoogst. De kosten van houtoogst worden op €25 per boom geschat. Het opruimen van takken en wortelresten kost ongeveer €500 per ha. Prijs per m3 notenhout wordt geschat op €250. Een hectare met 100 bomen kan dus potentieel €25.000 aan houtopbrengsten opleveren. Hierbij moet wel gezegd worden dat een walnotengaard voor notenproductie naar verwachting per boom minder dan 1 m3 (bruikbaar) hout oplevert en wellicht van mindere kwaliteit (o.a. vanwege de andere boomvorm t.b.v. de notenteelt).
CO2-vastlegging
De potentiele CO2 vastlegging van walnotenbomen hangt met name af van de het teeltsysteem, de boomsoort en bodemtype. Zo bevat heeft intensief teeltsysteem bijvoorbeeld zo’n 500 bomen per hectare (waar in de loop der tijd wel in gedund wordt) en een extensief systeem zo’n 100 bomen per hectare. Verder wordt verwacht dat er verschillen zullen zijn in de vastlegging van Juglans nigra (die met name voor houtteelt geplant wordt) en Juglans regia (voor notenteelt), zowel in groeisnelheid als door verschillend beheer (zoals snoei). In de literatuur zijn echter met name inschattingen van de CO2 vastlegging van Juglans nigra te vinden.
Voor een inschatting van de CO2 vastlegging per hectare rekenen we met een periode van 50 jaar. Op basis van de huidige bestaande literatuur hebben we een inschatting gemaakt van de potentiële CO2 vastlegging per hectare van een extensieve walnootboomgaard met 100 bomen per hectare:
Type | Aantal bomen per hectare | Inschatting gemiddelde vastlegging over 50 jaar (tCO2/ha) | Range in literatuur (tCO2/ha) over 50 jaar |
Walnoot | 100 | 287 | 97 – 688[3] |
Om een globale inschatting te maken van de potentiele vastlegging van CO2 van deze en andere teelsystemen in een kippenuitloop kunt u ook gebruik maken van deze calculator.
Meer weten
Baltissen, A., A. Oosterbaan. 2016. Notenteelt in Nederland. Wageningen Plant Research, Rapport 2017-04.
Bufferstroken 2.0 met notenbomen.
Notenteelt integreren in mijn bedrijf: drie manieren.
Oosterbaan, A. 2015. Walnoot +. Een boom voor iedereen. BoekenGilde.
Reuler, H. van, M. Schoutsen e.a. 2020. Nederlandse Notenteelt; Kennis en innovatie ten behoeve van de ontwikkeling van notenteelt in Nederland. Wageningen University & Research.
Website van de Nederlandse Notenvereniging: http://notenvereniging.nl/
Wertheim, S.J. 1981. De teelt van walnoten.
Wertheim, S.J., J. Goedegebure. De teelt van hazelnoten.
Voetnoten
[1] De kosten van het plantmateriaal voor de notenteelt (Juglans regia) varieert van rond de €40 per boom (2 m hoog, inclusief paal) tot €70 à €80 voor een 6-jarige boom. Het is mogelijk om jongere bomen tegen lagere prijs te kopen, maar deze kunnen niet direct uitgeplant worden en zullen pas later gaan produceren. Wanneer alleen voor houtteelt gekozen zou worden kunt u kiezen voor kleiner plantgoed van Juglans nigra tegen een relatief lage prijs (+/- €1 per zaailing).
[2] De notenproductie komt bij een leeftijd van 10 jaar op gang. Vanaf 15 jaar begint serieuze productie (+/- 1000 kg/ha/jaar). Vanaf 20 jaar leveren de bomen zo’n 2000 kg noten per hectare per jaar.
[3] Referenties:
- Wotherspoon, Amy & Thevathasan, Naresh & M. Gordon, Andrew & Voroney, Paul. (2014). Carbon sequestration potential of five tree species in a 25-year-old temperate tree-based intercropping system in southern Ontario, Canada. Agroforestry Systems (https://link.springer.com/article/10.1007%2Fs10457-014-9719-0)
- Hamon, X., Dupraz, C., & Liagre, F. (2009). L’agroforesterie, outil de séquestration du carbone en agriculture. (https://agriculture-de-conservation.com/L-Agroforesterie-un-outil-de.html)
- Gordon, Andrew M., Steven M. Newman, and Brent Coleman, eds. Temperate agroforestry systems. CABI, 2018.
- Lemaire, Gilles, et al., eds. 2018. Agroecosystem Diversity: Reconciling Contemporary Agriculture and Environmental Quality. Academic Press.